zondag 26 mei 2019

'Brieven aan Malcolm over het gebed' van C.S. Lewis


Een mooi, eerlijk boekje over gebed. Het is een briefwisseling met een goede vriend, maar alleen de brieven van Lewis zijn er in opgenomen en niet die van Malcolm. En toch is het prima te lezen en mis je deze brieven niet, al ben ik er dan wel erg nieuwsgierig naar.

Vroeger probeerde ik boeken van C.S. Lewis te lezen, maar dat lukte me niet zo goed. Ik deed het puur omdat er zo vaak naar verwezen werd in de boeken die ik las. Een jaartje geleden probeerde ik het weer en las ik 'Verrast door vreugde', een auto-biografie. Dat smaakte naar meer en ik bedacht dat het leuk zou zijn om voor de oudere meiden hier in huis de Kronieken van Narnia voor te lezen. Ik bestelde het eerste deel 'Het neefje van de tovenaar' en dacht dat we daar dan in de herfst gezellig samen van zouden genieten. Maar het viel (nog!) niet bij iedereen in de smaak, het voorlezen raakte er weer een beetje uit en nu lees ik af en toe zelf een hoofdstuk, want ik wil ze eigenlijk nog steeds allemaal lezen. Het is wel een heel ander verhaal dan 'Verrast door vreugde' en 'Brieven aan Malcolm', maar dat vind ik juist wel heel interessant. Deze man had een enorme rijke fantasie, dat werd me al duidelijk in 'Verrast door vreugde'. Ik vind het dan heel interessant hoe iemand zoiets allemaal kan bedenken.

Maar even terug naar de brieven. Hier drie mooie citaten:
'Wat mij het aangenaamste trof in een Grieks-Orthodoxe mis die ik ooit heb bijgewoond, was dat er geen voorgeschreven gedrag voor de gemeente leek te bestaan. Sommige mensen stonden, sommigen knielden, sommigen zaten, weer anderen liepen rond; eentje kroop als een rups over de vloer. En de schoonheid hiervan was dat niemand enige aandacht besteedde aan wat anderen deden. Ik wou dat de anglicanen daaraan een voorbeeld namen. Je komt wel eens mensen tegen die van streek zijn doordat er twee banken verderop iemand een kruis slaat, of juist geen kruis slaat. Ze hadden dat niet eens moeten zien, laat staan veroordelen. 'Wie zijt gij dat gij Andermans slaaf oordeelt?' 
'Over slaperigheid gesproken, ik ben het volkomen met je eens dat geen zinnig mens met ook maar enige vrijheid van dagindeling het in zijn hoofd zal halen om zijn voornaamste gebeden te bewaren voor bedtijd - duidelijk het slechtst mogelijke tijdstip voor alles wat om concentratie vraagt. Het probleem is dat duizenden ongelukkigen bijna geen ander tijdstip kunnen vinden. Zelfs voor geluksvogels als wij is het niet altijd gemakkelijk. Als ik het heel druk heb, neem ik mij altijd voor om ieder ander moment, en iedere andere plek, hoe ongeschikt ook, liever te nemen dan het laatste moment voor het slapengaan. Op een reisdag - met misschien wel een afschuwelijke vergadering tot slot - zit ik liever in een stampvolle trein te bidden dan het uit te stellen tot middernacht, als ik met bonzend hoofd en droge keel op een hotelkamer kom, mijn gedachten half versuft en voor de andere helft dolgedraaid. Op andere, iets minder drukke dagen kan een plantsoenbankje dienst doen, of een achterafstraatje waar je wat heen en weer kunt lopen. Ik heb dit wel eens uitgelegd aan iemand die toen zei: 'Waarom zoek je geen kerk op?' Deels omdat het daar negen van de twaalf maanden steenkoud is, maar ook omdat ik met kerken altijd pech heb. Zodra ik binnenkom en mijn gedachten begin te ordenen gebeurt er een van tweeën - er begint iemand op het orgel te studeren, óf er verschijnt, als uit het niets, met ferme pas een vrome vrouw in werklaarzen, met een emmer, zwabber en stoffer-en-blik en die begint knielkussens uit te slaan, tapijten op te rollen en aan bloemvazen te frutselen. Natuurlijk (mijn zegen heeft zij), 'werken is bidden', haar gepraktiseerde oratio is wellicht tien keer zoveel waard als mijn verbale. Maar de mijne gaat er niet in waarde op vooruit.'
'Die jongen van Jones heet Cyril - maar ik snap niet waarom je het zo belangrijk vindt om met een voornaam voor mensen te bidden. Van een achternaam neem ik ook altijd aan dat God die wel weet. Eerlijk gezegd komen veel mensen in mijn gebeden alleen maar voor als 'die oude man bij het postkantoor', of  'de serveerster' , of zelfs 'die man'. Je kunt de namen wel eens kwijt zijn, of nooit geweten hebben, maar toch nog weten hoe hard zij gebed nodig hebben.'
Deze stijl vind ik zo heerlijk lezen!
Twee weken geleden mocht ik met m'n ene zusje bij m'n andere zusje boeken uitzoeken, daar zat dit mooie boekje bij en nog heel veel anderen...Tot later!