woensdag 23 oktober 2019

'C.S. Lewis' van George Sayer


Als ik een paar boeken van een bepaalde schrijver lees, wil ik ook meer over de schrijver weten. En als ik een biografie lees over een schrijver, wil ik ook zijn/haar boeken lezen. Zo was het natuurlijk onvermijdelijk dat ik deze biografie van C.S. Lewis zou gaan lezen, na de boeken die ik van hem heb gelezen. Ik had al een paar biografieën gelezen (van anderen) dit jaar en deze had ik ook in de kast staan, maar ik kon mezelf er niet toe zetten. Het is beste een dikke pil en veel letters/zinnen op een bladzijde. Ik was een beetje bang dat het saai en langdradig zou worden. Totdat ik er in begon te lezen...
Omdat zijn ouders ervan overtuigd waren dat Clive (later alleen nog maar 'Jack' genoemd) een 'zwakke borst' had, mocht hij onder geen beding buiten spelen als het koud of vochtig was. Warren (voor Jack 'Warnie'), zijn broer schrijft hierover:
'Wij keken uit het raam van de kinderkamer naar de schuine regenstralen en de grijze luchten, en daar, aan gene zijde van zo'n anderhalve kilometer sompig grasland, zagen wij het vage silhouet van de Castlereagh Hills - de grens van onze wereld, een ver land, vreemd en onbereikbaar. Maar wij hadden altijd onze potloden, papier, krijt en verfdozen, en deze telkens terugkerende gevangenschap gaf ons de gelegenheid en de prikkel tot ontwikkeling van onze scheppende verbeeldingskracht. Wij leerden tekenen; mijn broer deed zijn eerste pogingen tot schrijven; samen bedachten wij het fantasieland 'Boxen', dat geweldig uitgroeide en ons nog vele jaren troost en vreugde verschafte. En zo begon mijn broer, in omstandigheden die ook eenvoudig saai en deprimerend hadden kunnen zijn, zijn talenten te ontplooien; en het is wellicht geen verzinsel wanneer wij in dit jeugdig staren naar onbereikbare heuvels een eerste begin zien van een visioen en gezichtspunt waarvan zijn rijpe werk doortrokken is.'
Soms liet ik het boek een paar weken liggen, maar elke keer pakte ik het toch weer op en kon ook makkelijk weer verder lezen. De schrijfstijl is heel prettig en aanmoedigend om door te gaan. Alles komt aan de orde: zijn kinderjaren, zijn schooljaren, waar hij een trauma aan overhield, zijn jeugd, waarin hij worstelde met sadistische en seksuele gedachten, zijn bekering, waardoor hij deze manier van denken kwijtraakte, de oorlogsjaren, Mrs Moore, die lange tijd bij hem woonde, zijn werk in het Magdalen College, de omgang met zijn studenten, zijn vrienden, zijn schrijfwerk in de tweede wereldoorlog, maar ook over de kinderen die hij onder zijn hoede nam tijdens de oorlog, zijn radio toespraken, zijn dichtwerk, de zorgen die hij had om zijn broer die alcoholist was. En dwars daardoorheen al zijn schrijfwerk, hoe hij er toe kwam en wat hij in welk boek precies beschrijft. Ook Narnia wordt uitgebreid beschreven. De kritiek en recensies die hij op zijn boeken kreeg. Heel fijn om zo een overzicht te krijgen en te kijken of er nog iets is wat je van hem wilt lezen. Ook de periode met Joy, waarmee hij op latere leeftijd trouwde, haar ziekte en sterven en ook zijn eigen lichamelijke ongemakken en ziekte tot zijn sterven.

Je krijgt een goed beeld van zijn dagelijkse leven, zijn liefhebberijen en de dingen waar hij een hekel aan had. Zo wandelde hij graag, maar liever niet alleen. Hij kon zich erg eenzaam voelen als hij lange tijd alleen was. De glazen whisky en het aantal sigaretten die hij erdoorheen joeg, zijn niet te tellen. Hij zwom graag in zijn adamskostuum en hield niet van feestjes.

Ergens halverwege het boek zijn een paar foto's opgenomen, die een paar veelvoorkomende namen een gezicht geven.

Ik vond het geen zwaar, saai en eentonig boek, maar pakte het juist op als ik zin had in iets eenvoudigs en ontspannends. Je duikt eigenlijk even in het leven van iemand anders en het was me al opgevallen hoe verrijkend dat kan zijn en hoe goed om je eigen denken en wereld te relativeren. Niet verrassend dat het volgende citaat me raakte:
'Literatuur maakt ons deelgenoot van andere dan alleen onze eigen ervaringen. (...) (Dit kunnen) mooie, verschrikkelijke, ontzagwekkende, verblijdende, ontroerende, komische of gewoon maar pikante (ervaringen zijn). Literatuur geeft toegang tot dat alles. Wie zijn leven lang een ware lezer is geweest, beseft zelden wat een enorme verruiming van zijn bestaan hij te danken heeft aan schrijvers. Men beseft dit het best wanneer men met een ongeletterde vriend praat. Al is hij een heel goed en verstandig mens, hij leeft in een klein wereldje. Daarin zouden wij stikken. (...) Aan mijn eigen ogen heb ik niet genoeg. De ogen van de hele mensheid zijn nog niet genoeg. (...) Heel graag zou ik weten hoe een muis of een bij tegen de dingen aankijkt.(...) Door de grote literatuur te lezen word ik duizend mensen en blijf ik toch mijzelf. Zoals de nachthemel in een Grieks gedicht zie ik met ontelbare ogen maar ik blijf degene die kijkt. Hier, evenals bij het bidden, beminnen, moreel handelen en kennen, overstijg ik mijzelf, en ik ben nooit méér mijzelf dan op deze manier.'