zondag 31 juli 2016

'De beste plek ter wereld' van Roanne van Voorst

Een paar weken geleden probeerde ik een paar reisverslag-achtige boeken te vinden en te reserveren bij de bibliotheek. Daar was 'De fietskuren van Ingrid en Nicole' er één van. Dit boek is weer een heel ander soort boek, maar zeker ook te moeite om uit te lezen:


Roanne verteld over het jaar waarin ze woonde in een sloppenwijk in Indonesië, om te onderzoeken en aan de lijve te ondervinden wat overstromingen met je doen.
Ze beschrijft het op een mooie manier, met veel respect voor de mensen. En ondanks dat er geen foto's in het boek zijn opgenomen (wat ik een beetje jammer vond), kon ik het toch goed voor me zien. Ze verteld veel over de cultuur, over de gewoonten en over hoe het 'nu eenmaal bij hun leven hoort', de overstromingen, alles kwijt raken wat je bezat, opnieuw een huis vinden/maken.

Twee citaten uit het boek:
De Indonesiërs hebben een 'wij'-cultuur (een cultuur waarin de groep centraal staat of de belangen van een groep zelfs belangrijker worden geacht dan die van een individu); wij een 'ik-cultuur' (een cultuur waarin het ego, het eigen ik, centraal staat; een cultuur waarin mensen hun eigen belangen voor die van de belangen van anderen of van het collectief stellen). En vertelde ik aan Indonesiërs dat mijn oma de laatste jaren voor haar dood in een bejaardentehuis leefde, dan schudden zij - arm net zo hard als rijk! - bedroefd hun hoofden. Wat zielig voor mijn oma, en wat harteloos van mij en mijn ouders! Voelden wij dan niet de plicht om voor de ouderen te zorgen, zeker als het familie betreft? We zouden ons moeten schamen voor ons egocentrische gedrag! En dat deed ik dan ook, ineens, een beetje.
Als dit boek één ding duidelijk wil maken, dan is het dit: 'De armen' bestaan niet. (...) Het waren heel gewone mensen, die in hun dagelijks leven te maken kregen met extreem lastige omstandigheden en dilemma's. En daarvoor vonden ze vaak creatieve oplossingen, met de weinige middelen die ze tot hun beschikking hebben. Of zoals ze dat in Indonesië zeggen: Begitulah, zo gaat dat hier nu eenmaal.

woensdag 27 juli 2016

'Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteit' van D. Martyn Lloyd- Jones

Dit boek zag ik staan, pakte het even uit de kast, om het gauw weer terug te zetten. De titel vond ik nou niet echt aantrekkelijk. Dus ging ik verder kijken, om op het laatst tóch nog even dit boek goed te bekijken, om het uiteindelijk toch maar mee te nemen. Daar was ik al heel gauw erg blij mee! Ik realiseerde me tijdens het lezen pas goed dat iedere christen waarschijnlijk door tijden van geestelijke depressie gaat. De bekende schrijver D. Martyn Lloyd- Jones die leefde van 1899-1981, benoemt veel oorzaken van deze vorm van depressie. En ook het woord 'genezing' is niets teveel geschreven. Een hoofdstuk was me erg dierbaar en de troost en bemoediging die bijna van elke bladzijde mijn hart in drupte was weldadig!


Het hoofdstuk waar ik erg veel aan had heet 'Die ene zonde'. Alweer niet zo'n aantrekkelijke titel... Hoewel ik helemaal niets tegen zonde belijden heb, ik ben er wel altijd voorzichtig mee. Ik ben opgegroeid, en niet eens thuis, in een omgeving waar het belijden van zonden veel aandacht kreeg, het beste was dat alles uit het verleden werd opgehaald en beleden werd, liefst ook aan iemand anders. En nogmaals, niets mis mee, maar als je van nature erg gevoelig bent en je een niet al te ruim geweten hebt, kun je er flink mee in de knoop komen. Naar God toe... alsjeblieft stort je hele vuile hart bij Hem uit!! En als je iemand anders iets schuldig bent, maak het goed. Maar ik denk dat je ook hierin te ver kunt gaan. Maar daar las en hoorde ik niet zoveel over.

 :

Dit hoofdstuk zegt iets wat ik in een moeilijke periode zelf had geconcludeerd en ook een heel enkele keer tegenkwam in een boek. Het was een periode waarin ik weigerde nogmaals iets te belijden waarvan ik al vergeving had ontvangen, een heftige strijd tegen mijn eigen geweten in. Nu ik dit las, jaren daarna, voelde ik de definitieve bevestiging en troost van God in mijn hart en gedachten.
Op gevaar af verkeerd begrepen te worden, zou ik het volgende willen zeggen. In zekere zin is het enige dat deze mensen niet moeten doen, te bidden ervan verlost te worden. Dat doen ze altijd en dat hebben ze allang gedaan en als ze bij iemand om raad komen vragen wordt ook meestal aangeraden om dat te doen. En het is waar, een christen moet altijd bidden, moet bidden zonder ophouden, maar dit is een van de weinige keren dat een christen moet ophouden met bidden. Door te bidden worden namelijk alle gedachten op dat bepaalde punt gefixeerd. Het is beter om niet langer hier om te bidden, maar men moet liever zijn verstand gaan gebruiken. 
Ik zou dit alles als volgt willen samenvatten. U en ik moeten nooit terugzien op ons verleden; we moeten nooit terugkijken naar een bepaalde zonde die we in ons verleden gedaan hebben. Of áls we ernaar kijken, dan mag dat alleen zijn met de bedoeling God daarvoor te prijzen en Zijn genade in Christus Jezus te verheerlijken. En deze raad zou ik aan iedereen willen geven. Als we terugkijken op ons verleden en we voelen ons daardoor terneergeslagen, dan moeten we doen wat Paulus deed. Ik was een godslasteraar, zegt hij, maar daar laat hij het niet bij. Wat zegt hij nog meer? En daarom ben ik niet waardig het Evangelie te verkondigen? Nee, hij zegt juist het tegenovergestelde. Ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld hebbende. Als Paulus terugkijkt naar zijn verleden en hij ziet zijn zonden, dan zegt hij niet: Ik heb te zwaar gezondigd, ik kan nooit bekeerd worden. Juist niet; het doet hem in God eindigen en hij gaat God ervoor groot maken. Hij zegt: Doch de genade onzes Heeren is zeer overvloedig geweest met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. Zo moeten we naar ons verleden kijken. Als we naar ons verleden kijken en we worden daar terneergeslagen van, dan betekent dat, dat we naar de duivel luisteren. Maar als we naar ons verleden kijken, moeten we zeggen: Ik was wel verblind door de god dezer eeuw, maar Gode zij dank, Zijn genade was veel meer overvloedig; door Zijn liefde en genade is alles vergeven en ik ben een nieuw mens geworden. Als we dat niet doen, dan verdienen we het om ongelukkig te zijn zou ik bijna willen zeggen. Waarom zouden we de duivel meer geloven dan God? Laten we altijd bedenken dat het zonde is om aan Gods Woord te twijfelen. Het is zonde om door het verleden, waar God mee afgehandeld heeft, ons te laten beroven van onze blijdschap en ons te laten verlammen voor de taak die God voor ons heeft. Tot de twijfelende, aarzelende Petrus wordt gezegd: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet onrein achten. Verheug u in deze heerlijke genade, dat de zonden vergeven zijn en uitgedelgd zijn en dat u aangenomen bent tot een kind van God. Verblijdt u in de Heere te allen tijd, wederom zeg ik, verblijdt u!
...:

Twee flinke citaten, die ik ook voor mezelf wil bewaren. Ik hoop dat je iets proeft van de vreugde die de vergeving van zonden geeft!
Andere oorzaken die in andere hoofdstukken in dit boek worden behandeld zijn: Had ik maar...
  • Angst voor de toekomst
  • Gevoelens
  • Maar ziende de golven
  • Dwaalleringen
  • Vertragen in goed doen
  • Discipline
  • Beproevingen
  • Kastijding
Een van de laatste hoofdstukken gaat over het 'vergenoegd' zijn in alles. De schrijver noemt hier een paar belangrijke punten, waar Paulus ongetwijfeld mee had leren leven, die ik jullie mee wil geven:
  1. De omstandigheden veranderen altijd, daarom mag ik nooit afhankelijk zijn van die omstandigheden.
  2. Belangrijker dan wat ook in deze wereld is de vraag hoe het staat met mijn ziel en mijn persoonlijke verhouding tot God.
  3. God zorgt als een Vader voor mij en buiten Zijn wil om geschiedt niets; zelfs de haren van mijn hoofd zijn alle geteld; dat moet ik nooit vergeten.
  4. Gods wil en weg zijn grote verborgenheden, maar ik weet één ding en dat is dat Hij alles ten goede voor mij beschikt of keert.
  5. In alles wat er in dit leven gebeurt, treedt iets van Gods liefde en goedheid aan de dag. Het is zaak daarop te letten en voorbereid te zijn op verrassingen en zegeningen, want Zijn wegen zijn niet mijn wegen, en Zijn gedachten niet mijn gedachten. Uit de doorn in het vlees leerde Paulus bijvoorbeeld deze les: Als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Uit de lichamelijke zwakte leerde hij de algenoegzaamheid van God zien.
  6. Uitwendige omstandigheden en gebeurtenissen staan nooit op zichzelf, maar hebben altijd de bevordering van mijn heiligmaking ten doel.
  7. Hoe de omstandigheden ook op dit moment zijn, ze gaan voorbij en ze kunnen niet afdoen aan de vreugde en heerlijkheid die mij te wachten staat.
Waiting Bride: